Schoenen

 

 

 

 

Veel problemen die aan de voet voorkomen (blauwe teennagels, verzwikte enkels, oververmoeide voeten) worden veroorzaakt door het lopen in verkeerde schoenen. De schoenen die men draagt zijn vaak te klein, zowel in de lengte als in de breedte.

 

Waar moet u op letten als u schoenen koopt:

 

Koop uw schoenen zoveel mogelijk aan het eind van de dag. In de loop van de dag zwellen uw voeten altijd iets op. Door warmte en transpiratie tijdens het lopen hebben uw voeten de neiging uit te zetten. Hierdoor voorkomt u dat u schoenen koopt die achteraf te krap blijken te zijn.

 

Voeten veranderen naarmate u ouder wordt, het is dan ook niet vanzelfsprekend dat u altijd dezelfde schoenmaat heeft. De maat hangt ook af van het model schoen. Als u merkt dat een afwijkende maat beter past, houdt u dan niet vast aan de maat die u normaal draagt. Bovendien kan een verandering in gewicht of een ander patroon van lichaamsbeweging de voetlengte beïnvloeden. Veel mensen weten niet dat vaak de ene voet een beetje groter is dan de andere voet. Laat regelmatig uw voeten opmeten. Koop altijd schoenen op de grootste voet.

 

Heeft u problemen met veters strikken, dan kunt u overwegen om elastische veters te gebruiken of een schoen met klittenband.

 

Schoenen met een sluiting bieden meer stabiliteit dan instappers. Een schoen met veters sluit beter aan op de voet, hierdoor heeft u meer steun aan de voet. Een schoen met veters is ook makkelijker als u zwellingen aan uw voet heeft. De veters kunt u losser of vaster strikken naar gelang de dikte van uw voet.

 

Heeft u probleemvoeten (hamertenen, hallux valgusstand), bent u diabeet of krijgt u gemakkelijk eelt en likdoorns, dan kunt u beter geen schoenen kopen met stiksels en naden aan de voorkant van de schoen. Stiksels en naden worden niet altijd aan de binnenzijde van de schoen weggewerkt, hierdoor oefenen ze vaak extra druk uit en kunnen bovendien wrijving veroorzaken op de tenen, met als gevolg pijnlijke eeltplekken of likdoorns.

 

Schoenen moeten bij het passen direct gemakkelijk en lekker zitten. Probeer altijd even een tijdje in de winkel rond te lopen. Als ze niet comfortabel aanvoelen koop ze dan niet!  Naderhand een schoen uitlopen behoort niet nodig te zijn. Schoenen moeten op je voeten lijken, probeer liever niet je voeten naar een paar schoenen te kneden.

 

De voorkant van de schoen (de neus) moet voldoende teenruimte bieden, zodat de tenen niet in de knel komen en waardoor er voldoende ruimte is om uw tenen vrij te kunnen bewegen. Uw voorvoet mag dus niet breder zijn dan uw schoen. Let erop dat de neus voldoende breed en hoog is. Er zijn schoenen te koop met een speciale breedtemaat voor de voorvoet.

 

Koop uw schoenen op de langste teen, dit is niet altijd de grote teen. Er moet minimaal 5 tot10 mmliggen tussen de teen en de voorkant van de schoen.

 

De hiel van de schoen moet voldoende steun geven en daarom stevig zijn. De hiel van de schoen moet dus sluitend passen, zodat de hiel als het ware vast komt te zitten.

 

Schoenen met hoge hakken noemt men niet voor niets zitschoenen. Door het dragen van hoge hakken vindt er een enorme belasting op de voorvoet plaats met alle nare gevolgen van dien. Loopt u veel op schoenen dan mag de hak niet hoger zijn dan 2 tot 3 centimeter.

 

Ten slotte nog enkele extra tips:

 

  • Droog natte schoenen nooit bij de kachel of verwarming. Door hitte kan het leer uitdrogen.
  • Gebruik een schoenlepel zodat 'intrappen' van de hiel wordt vermeden.
  • ritssluitingen blijven soepel wanneer u ze insmeert met zeep, kaarsvet of bijenwas

 

Bij ernstige voetproblemen kan een orthopedische schoenmaker voor u speciale schoenen aanmeten. Tegenwoordig zijn dit zeer modieuze schoenen.

 

 

Kousen en sokken

Draag het liefst sokken van katoen of wol. Knellende kousen en sokken belemmeren de bloedsomloop. De onderbenen kunnen hierdoor opzwellen. Bij probleemvoeten zijn sokken zonder naden aan te bevelen, eventueel kunt u de sokken binnenstebuiten dragen.